|
|
Indien deze site wordt bekeken op een tablet of mobiele telefoon klik dan op de web versie beneden aan de pagina om de goede weergave te kunnen lezen
05-03-2018
- Peter Maassen Eerste eitjes van de sijs
|
06-03-2018
- RegioVier Valkenburg Een verhaaltje over de kweek 2018 door Jan van Overmeeren Lid van regio 4 Valkenburg
DE KWEEK VAN 2018
Zoals bekend probeer ik major putters en hybriden te kweken. De kweek is voor mij , als ik dit schrijf, begin maart ’18 in volle gang.
Zie onderstaande opnames.
Zie onderstaande opnames.
Kweken doe ik binnen met kunstlicht.
Als de vogels de juiste leeftijd hebben gaan ze naar de uitvliegruimtes buiten.
Beide ruimtes zijn tegen ongenode gasten beveiligd inclusief melding bij een evt inbraak, via een meldkamer aan de politie. Verder heb ik de gewoonte, zeker gedurende de kweek, bezoekers te weren. Ik wil eigenlijk niet ingaan op het kweken zelf, maar een korte uitleg geven hoe de natuurlijke kweekcondities nagebootst kunnen worden. De basis is om in de wintermaanden het aantal lichturen te verlengen, tot de gewenste lengte. Dit liefst in een ruimte waar de temperatuur zeker boven de 10 graden celcius is. Via een schakel systeem worden de benodigde TL lampen geschakeld. In mijn geval Philips lampen nr. 965. Zorg wel dat er een elektronische ontsteking inzit.
Gelijktijdig wordt een Rimo lampdimmer mee geschakeld. Deze heeft tot doel, dat na het uitschakelen van het licht, de gloeilamp die erop is aangesloten langzaam dooft over een tijd van ca. 40 minuten. |
|
Begin december gaan bij mij de vogel koppels in de broedkooien. De lichtduur word wekelijks verlengd. Begin februari is het licht aan van ca. 5.15 uur tot 20. 45 uur.
Degenen die iets dergelijks van plan zijn moeten wel zorgen voor overjaarse of jonge vroege vogels.
Degenen die iets dergelijks van plan zijn moeten wel zorgen voor overjaarse of jonge vroege vogels.
Jan van Overmeeren
Regio contactpersoon BEC
Lid van Regio 4 Sec Valkenburg
Regio contactpersoon BEC
Lid van Regio 4 Sec Valkenburg
07-03-2018
11-03-2018
- Annick Gonnissen heeft een video gedeeld.
|
|
17-03-2018
- Peter Maassen 4e nestje is een feit 5 eitjes ivoor popje man split ivoor
19-03-2018
- Peter Maassen Eerste jonge sijsjes
|
21-03-2018
Dennis op den Camp Beste Dames en Heren,
As zondag de 25e maart komen we weer bij elkaar, het onderwerp zal zijn herken je zaden.
Neem gerust je eigen zaadmengeling mee (geen kg ‘s maar een kleine portie) om deze ook mogelijk te ontleden zodat je weet wat je voert.
Tevens willen we het hebben over de brief welke is verspreid door de NBVV aangaande onze hobby of dit nu bedrijfsmatig is of toch echt een hobby is, deze brief is als bijlage bijgevoegd, lees hem aandachtig door zodat we het hier as zondag over kunnen hebben.
Locatie: Camping de Bron, Aanvang 10:00 uur.
Hopelijk tot zondag,
Namens regio 4
As zondag de 25e maart komen we weer bij elkaar, het onderwerp zal zijn herken je zaden.
Neem gerust je eigen zaadmengeling mee (geen kg ‘s maar een kleine portie) om deze ook mogelijk te ontleden zodat je weet wat je voert.
Tevens willen we het hebben over de brief welke is verspreid door de NBVV aangaande onze hobby of dit nu bedrijfsmatig is of toch echt een hobby is, deze brief is als bijlage bijgevoegd, lees hem aandachtig door zodat we het hier as zondag over kunnen hebben.
Locatie: Camping de Bron, Aanvang 10:00 uur.
Hopelijk tot zondag,
Namens regio 4
Op verzoek van het hoofdbestuur heeft Henk van der Wal een poging gedaan om de vele misverstanden rondom het al dan niet bedrijfsmatig handelen van hobbyisten aan de hand van de huidige regelgeving weg te nemen. De NBvV is er voor liefhebbers van kooi- en volièrevogels en is van mening dat diegenen die zich aan de voorschriften van de NBvV houdt, zoals het ringen van jonge vogels, het bijhouden van een kweekadministratie, het gericht zijn op een hobbymatige beleving, dit alles binnen de wettelijke kaders, geen bedrijfsmatige handelingen verricht en dan ook niet in de problemen dient te komen bij verkoop op een vogelbeurs van de overtollige vogels uit eigen fokbestand. Echter, de regelgeving laat zich niet makkelijk lezen, vandaar deze uitleg hieronder.
Het hoofdbestuur
Vogelverkoop……..hobby of bedrijf?
Tekst: Commissie Dierenwelzijn en Wetgeving NBvV.
Februari en maart zijn van die maanden waarin veel vogelliefhebbers hun vogelbestand klaar maken voor het komende broedseizoen.
Diverse fokprogramma’s worden opgesteld en vaak blijkt dan toch dat een aantal vogels niet in deze programma’s passen en overgedragen kunnen worden aan andere fokkers.
Dat er veel belangstelling is voor deze vogels, blijkt wel uit het feit dat juist in de genoemde maanden vele vogelmarkten worden georganiseerd.
Diverse vogelsoorten verwisselen van fokker en worden daarna ingezet voor het fokken van nakomelingen.
Op deze wijze wordt respectvol omgegaan met de vogels waar door bijvoorbeeld het loslaten in de natuur of het vaak illegaal doden wordt voorkomen.
En dan gaat het mis!
Fokkers, die hun niet inzetbaar vogelbestand ten verkoop aanbieden op een vogelmarkt, kunnen in aanraking komen met de Nederlandse wetgeving en dan vooral ook met handhavers van deze wetgeving in de vorm van inspecteurs van diverse (overheid) diensten. Deze inspecteurs richten zich vooral op het begrip “bedrijfsmatig verkopen” van in ons geval de diverse vogelsoorten.
Feitelijk wordt iedereen in de vorm van een “waarschuwing” er van beschuldigd thuis een verkoopinrichting voor vogels te hebben.
Men krijgt ter plaatse niet eens de mogelijkheid aannemelijk te maken dat men een hobbymatige fokker is.
Het beleid van de NBvV is gericht op het uitgangspunt dat haar leden hobbymatig en duurzaam vogels houden en of hiermee fokken.
Met in acht neming van de daarvoor geldende wetgeving en het door de NBvV opgestelde “Reglement ten aanzien van het hobbymatig fokken met kooi- en volièrevogels”.
In dit reglement worden drie fokrichtingen omschreven die alle als basis het welzijn van de nakomelingen hebben. De leden van de NBvV richten hun fokrichtingen en fokprogramma’s niet op het fokken van vogelsoorten op de verkoop. Iets dat bijvoorbeeld honden- en kattenfokkers vaak wel doen.
De wetgeving.
Rond het verkopen van vogels (gezelschapsdieren) speelt de “Wet Dieren” een belangrijke rol en dan vooral de daarbij behorende wijziging van 17 juni 2014 op het “Besluit houders van dieren”.
Hoofdstuk 3, paragraaf 2 handelt over het bedrijfsmatig verkopen, afleveren, houden ten behoeve van opvang of fokken met gezelschapsdieren.
Verboden.
Basis van deze paragraaf is het verbod om gezelschapsdieren:
te verkopen;
ten verkoop in voorraad te houden;
af te leveren;
te houden ten behoeve van opvang;
te fokken ten behoeve van de verkoop of aflevering van nakomelingen.
Uitgangspunt is daarbij het verrichten van bedrijfsmatige activiteiten in een inrichting, of onder voorwaarden op tentoonstelling, beurs of markt.
Onder een inrichting wordt een aan één locatie gebonden ruimte of ruimtes verstaan waarin de verboden activiteiten plaats vinden.
Vrijstelling.
Iedereen die bedrijfsmatig de activiteiten uitoefent die bij de verboden zijn genoemd, heeft vrijstelling van dit verbod als wordt voldaan aan paragraaf 2 van hoofdstuk 3. Vervolgens bestaat deze paragraaf uit een opsomming van verplichtingen.
Uitzondering voor niet-bedrijfsmatig handelen.
Eerder is al aangegeven dat wij, als uitgangspunt nemen dat leden van de bond hobbymatig en duurzaam vogels fokken. Vanuit deze hobby worden vogels ten verkoop aangeboden, terwijl dat eigenlijk verboden is en de vrijstelling voor bedrijfsmatige vogelverkopers niet op ons van toepassing is.
Het “Besluit houders van dieren” voorziet in een uitzondering voor niet-bedrijfsmatig handelen in artikel 3.6, tweede lid. Hierin wordt vermeld dat alle in paragraaf 2 genoemde verplichtingen, die dus gelden voor een bedrijfsmatige verkoper van vogels, niet van toepassing zijn indien degene onder wiens verantwoordelijkheid de verboden activiteiten toch plaats vinden aannemelijk maakt dat er bij uitoefening van de activiteiten geen sprake is van bedrijfsmatig handelen.
Het aannemelijk maken.
Eigenlijk moet je bewijzen dat je een hobbyist bent, niet kunt leven van de netto opbrengst van je hobby en of thuis geen vogelwinkel runt. De wetgever helpt ons daar echter niet bij.
Achter het “Besluit houders van dieren” is een “nota van toelichting” opgenomen.
Een nota van toelichting is geen wettekst en heeft geen rechtskracht. Het wordt geschreven om het “Besluit houders van dieren” voor de gebruiker wat begrijpelijker te maken.
Opmerkelijk is dat in deze nota een aantal argumenten (indicatoren) worden aangevoerd, die aangeven dat als je hieraan voldoet, je kan worden beschouwd als een bedrijfsmatige handelaar in vogels. Een dankbaar argument is “gezelschapsdieren worden verkocht aan anderen dan familie en vrienden”.
Dit houdt in dat wanneer je een of meerdere vogels, het aantal wordt niet genoemd, aan een onbekende verkoopt, dan ben je bedrijfsmatig bezig. Maar nogmaals, dergelijke argumenten hebben geen enkele rechtskracht.
Het is daarom dan ook merkwaardig dat inspecteurs op basis van het als voorbeeld genoemde argument het “Besluit houders van dieren” handhaven op basis van argumenten die zijn opgenomen in een nota van toelichting en niet op de wettekst zoals terug te vinden is in artikel 3.6, tweede lid.
Omdat de wetgever in de richting van de hobbyisten geen voorbeelden van argumenten geeft voor het aannemelijk maken van het niet-bedrijfsmatig handelen, heeft de NBvV deze zelf opgesteld.
Argumenten waarmee leden van de bond aannemelijk kunnen maken dat zij nietbedrijfsmatig vogels verkopen, zijn al gepubliceerd in het septembernummer 2016 van Onze Vogels. Blijkbaar herinneren velen zich hier niets meer van.
Hieronder zetten we de NBvV argumenten nog eens op een rijtje:
Het houden van en fokken met gezelschapsdieren door gespecialiseerde liefhebbers vindt hobbymatig plaats in een beschermende behuizing en onder gecontroleerde omstandigheden.
Dit kan met onderstaande indicatoren aannemelijk worden gemaakt:
De gezelschapsdieren worden gehouden als liefhebberij en vormen als ontspannende activiteit een invulling van de vrije tijd van de houder zelf.
Het aantal dieren dat wordt gehouden en waarmee wordt gefokt, is afgestemd op de beschikbare ruimte voor huisvesting in relatie tot de perceelgrootte. Daarbij worden maatregelen getroffen om hinder voor de omgeving te minimaliseren.
De gespecialiseerde houder van gezelschapsdieren die ook met de onder zich hebbende dieren fokt, heeft een voor zich zelf vastgelegd fokprogramma en fok doel.
Dit fokprogramma is niet gericht op een winstoogmerk, gelet op de verhouding tussen kosten en opbrengsten.
Het houden, fokken en een al dan niet gratis overdracht aan derden, vormt geen wezenlijke inkomens bestandsdeel.
De omvang van de fokkerij wordt middels identificatie en registratie vastgelegd.
Voor de uitoefening van de hobby worden geen soorten aan de natuur onttrokken.
Voor het verkrijgen van goede fokdieren wordt met in achtneming van de regelgeving voor de gezondheid en welzijn van dieren een beroep gedaan op bekende en betrouwbare fokkers.
Fokkers vormen de bron voor particulieren en leken om aan fraaie en gezonde vogels en kleindieren te komen.
Wat is dus NIET van toepassing?
Als je dus overéénkomstig de wettekst in artikel 3.6, tweede lid aannemelijk hebt gemaakt dat je hobbymatig en dus niet-bedrijfsmatig vogels verkoopt, dan zijn de verplichtingen zoals die zijn opgenomen in paragraaf 2 niet van toepassing.
Deze zijn:
M.b.t. Inrichting
Het begrip inrichting is niet van toepassing op een niet-bedrijfsmatige vogelliefhebber. De noodzaak je vogelverblijven aan te melden is niet aanwezig.
M.b.t. Uniek Bedrijf Nummer (UBN)
Een UBN nummer hoeft niet aangevraagd te worden voor één of meerdere vogelverblijven op één adres, omdat van daaruit niet bedrijfsmatig vogels worden verkocht.
M.b.t. Administratie
Omdat de vogelverblijven niet beschouwd kunnen worden als een inrichting, hoeft geen administratie van de daarin verblijvende vogels te worden bijgehouden.
M.b.t. Vakbekwaamheid
Omdat de vogelverblijven van een niet-bedrijfsmatige houder van vogels niet beschouwd kan worden als een inrichting en in die vogelverblijven geen bedrijfsmatige toezichthouder werkzaam is, hoeft de vogelhouder niet te voldoen aan de eis in het bezit te zijn van een door Onze Minister erkend bewijs van vakbekwaamheid. (art. 3.11 en 6.6)
M.b.t. Quarantaine ruimten
De niet-bedrijfsmatige houder van vogels hoeft niet te voldoen aan de in het “Besluit houders van dieren” geëiste drie afzonderlijke ruimten voor het huisvesten en verzorgen van zieke vogels (art. 3.13)
M.b.t. Informatieverstrekking
Bij verkoop van een vogel hoeft de niet-bedrijfsmatige verkoper van vogels geen schriftelijke informatie te verstrekken, zoals deze geëist wordt in artikel 3.17 en 3.18.
TENSLOTTE
Mocht u, om wat voor reden ook, een schriftelijke waarschuwing krijgen van een inspecteur die belast is met de handhaving van het “Besluit houders van dieren” en hulp willen bij een eventueel vervolgtraject, neem dan via het Bondsbureau NBvV contact op met de Commissie Dierenwelzijn en Wetgeving NBvV.
Het hoofdbestuur
Vogelverkoop……..hobby of bedrijf?
Tekst: Commissie Dierenwelzijn en Wetgeving NBvV.
Februari en maart zijn van die maanden waarin veel vogelliefhebbers hun vogelbestand klaar maken voor het komende broedseizoen.
Diverse fokprogramma’s worden opgesteld en vaak blijkt dan toch dat een aantal vogels niet in deze programma’s passen en overgedragen kunnen worden aan andere fokkers.
Dat er veel belangstelling is voor deze vogels, blijkt wel uit het feit dat juist in de genoemde maanden vele vogelmarkten worden georganiseerd.
Diverse vogelsoorten verwisselen van fokker en worden daarna ingezet voor het fokken van nakomelingen.
Op deze wijze wordt respectvol omgegaan met de vogels waar door bijvoorbeeld het loslaten in de natuur of het vaak illegaal doden wordt voorkomen.
En dan gaat het mis!
Fokkers, die hun niet inzetbaar vogelbestand ten verkoop aanbieden op een vogelmarkt, kunnen in aanraking komen met de Nederlandse wetgeving en dan vooral ook met handhavers van deze wetgeving in de vorm van inspecteurs van diverse (overheid) diensten. Deze inspecteurs richten zich vooral op het begrip “bedrijfsmatig verkopen” van in ons geval de diverse vogelsoorten.
Feitelijk wordt iedereen in de vorm van een “waarschuwing” er van beschuldigd thuis een verkoopinrichting voor vogels te hebben.
Men krijgt ter plaatse niet eens de mogelijkheid aannemelijk te maken dat men een hobbymatige fokker is.
Het beleid van de NBvV is gericht op het uitgangspunt dat haar leden hobbymatig en duurzaam vogels houden en of hiermee fokken.
Met in acht neming van de daarvoor geldende wetgeving en het door de NBvV opgestelde “Reglement ten aanzien van het hobbymatig fokken met kooi- en volièrevogels”.
In dit reglement worden drie fokrichtingen omschreven die alle als basis het welzijn van de nakomelingen hebben. De leden van de NBvV richten hun fokrichtingen en fokprogramma’s niet op het fokken van vogelsoorten op de verkoop. Iets dat bijvoorbeeld honden- en kattenfokkers vaak wel doen.
De wetgeving.
Rond het verkopen van vogels (gezelschapsdieren) speelt de “Wet Dieren” een belangrijke rol en dan vooral de daarbij behorende wijziging van 17 juni 2014 op het “Besluit houders van dieren”.
Hoofdstuk 3, paragraaf 2 handelt over het bedrijfsmatig verkopen, afleveren, houden ten behoeve van opvang of fokken met gezelschapsdieren.
Verboden.
Basis van deze paragraaf is het verbod om gezelschapsdieren:
te verkopen;
ten verkoop in voorraad te houden;
af te leveren;
te houden ten behoeve van opvang;
te fokken ten behoeve van de verkoop of aflevering van nakomelingen.
Uitgangspunt is daarbij het verrichten van bedrijfsmatige activiteiten in een inrichting, of onder voorwaarden op tentoonstelling, beurs of markt.
Onder een inrichting wordt een aan één locatie gebonden ruimte of ruimtes verstaan waarin de verboden activiteiten plaats vinden.
Vrijstelling.
Iedereen die bedrijfsmatig de activiteiten uitoefent die bij de verboden zijn genoemd, heeft vrijstelling van dit verbod als wordt voldaan aan paragraaf 2 van hoofdstuk 3. Vervolgens bestaat deze paragraaf uit een opsomming van verplichtingen.
Uitzondering voor niet-bedrijfsmatig handelen.
Eerder is al aangegeven dat wij, als uitgangspunt nemen dat leden van de bond hobbymatig en duurzaam vogels fokken. Vanuit deze hobby worden vogels ten verkoop aangeboden, terwijl dat eigenlijk verboden is en de vrijstelling voor bedrijfsmatige vogelverkopers niet op ons van toepassing is.
Het “Besluit houders van dieren” voorziet in een uitzondering voor niet-bedrijfsmatig handelen in artikel 3.6, tweede lid. Hierin wordt vermeld dat alle in paragraaf 2 genoemde verplichtingen, die dus gelden voor een bedrijfsmatige verkoper van vogels, niet van toepassing zijn indien degene onder wiens verantwoordelijkheid de verboden activiteiten toch plaats vinden aannemelijk maakt dat er bij uitoefening van de activiteiten geen sprake is van bedrijfsmatig handelen.
Het aannemelijk maken.
Eigenlijk moet je bewijzen dat je een hobbyist bent, niet kunt leven van de netto opbrengst van je hobby en of thuis geen vogelwinkel runt. De wetgever helpt ons daar echter niet bij.
Achter het “Besluit houders van dieren” is een “nota van toelichting” opgenomen.
Een nota van toelichting is geen wettekst en heeft geen rechtskracht. Het wordt geschreven om het “Besluit houders van dieren” voor de gebruiker wat begrijpelijker te maken.
Opmerkelijk is dat in deze nota een aantal argumenten (indicatoren) worden aangevoerd, die aangeven dat als je hieraan voldoet, je kan worden beschouwd als een bedrijfsmatige handelaar in vogels. Een dankbaar argument is “gezelschapsdieren worden verkocht aan anderen dan familie en vrienden”.
Dit houdt in dat wanneer je een of meerdere vogels, het aantal wordt niet genoemd, aan een onbekende verkoopt, dan ben je bedrijfsmatig bezig. Maar nogmaals, dergelijke argumenten hebben geen enkele rechtskracht.
Het is daarom dan ook merkwaardig dat inspecteurs op basis van het als voorbeeld genoemde argument het “Besluit houders van dieren” handhaven op basis van argumenten die zijn opgenomen in een nota van toelichting en niet op de wettekst zoals terug te vinden is in artikel 3.6, tweede lid.
Omdat de wetgever in de richting van de hobbyisten geen voorbeelden van argumenten geeft voor het aannemelijk maken van het niet-bedrijfsmatig handelen, heeft de NBvV deze zelf opgesteld.
Argumenten waarmee leden van de bond aannemelijk kunnen maken dat zij nietbedrijfsmatig vogels verkopen, zijn al gepubliceerd in het septembernummer 2016 van Onze Vogels. Blijkbaar herinneren velen zich hier niets meer van.
Hieronder zetten we de NBvV argumenten nog eens op een rijtje:
Het houden van en fokken met gezelschapsdieren door gespecialiseerde liefhebbers vindt hobbymatig plaats in een beschermende behuizing en onder gecontroleerde omstandigheden.
Dit kan met onderstaande indicatoren aannemelijk worden gemaakt:
De gezelschapsdieren worden gehouden als liefhebberij en vormen als ontspannende activiteit een invulling van de vrije tijd van de houder zelf.
Het aantal dieren dat wordt gehouden en waarmee wordt gefokt, is afgestemd op de beschikbare ruimte voor huisvesting in relatie tot de perceelgrootte. Daarbij worden maatregelen getroffen om hinder voor de omgeving te minimaliseren.
De gespecialiseerde houder van gezelschapsdieren die ook met de onder zich hebbende dieren fokt, heeft een voor zich zelf vastgelegd fokprogramma en fok doel.
Dit fokprogramma is niet gericht op een winstoogmerk, gelet op de verhouding tussen kosten en opbrengsten.
Het houden, fokken en een al dan niet gratis overdracht aan derden, vormt geen wezenlijke inkomens bestandsdeel.
De omvang van de fokkerij wordt middels identificatie en registratie vastgelegd.
Voor de uitoefening van de hobby worden geen soorten aan de natuur onttrokken.
Voor het verkrijgen van goede fokdieren wordt met in achtneming van de regelgeving voor de gezondheid en welzijn van dieren een beroep gedaan op bekende en betrouwbare fokkers.
Fokkers vormen de bron voor particulieren en leken om aan fraaie en gezonde vogels en kleindieren te komen.
Wat is dus NIET van toepassing?
Als je dus overéénkomstig de wettekst in artikel 3.6, tweede lid aannemelijk hebt gemaakt dat je hobbymatig en dus niet-bedrijfsmatig vogels verkoopt, dan zijn de verplichtingen zoals die zijn opgenomen in paragraaf 2 niet van toepassing.
Deze zijn:
M.b.t. Inrichting
Het begrip inrichting is niet van toepassing op een niet-bedrijfsmatige vogelliefhebber. De noodzaak je vogelverblijven aan te melden is niet aanwezig.
M.b.t. Uniek Bedrijf Nummer (UBN)
Een UBN nummer hoeft niet aangevraagd te worden voor één of meerdere vogelverblijven op één adres, omdat van daaruit niet bedrijfsmatig vogels worden verkocht.
M.b.t. Administratie
Omdat de vogelverblijven niet beschouwd kunnen worden als een inrichting, hoeft geen administratie van de daarin verblijvende vogels te worden bijgehouden.
M.b.t. Vakbekwaamheid
Omdat de vogelverblijven van een niet-bedrijfsmatige houder van vogels niet beschouwd kan worden als een inrichting en in die vogelverblijven geen bedrijfsmatige toezichthouder werkzaam is, hoeft de vogelhouder niet te voldoen aan de eis in het bezit te zijn van een door Onze Minister erkend bewijs van vakbekwaamheid. (art. 3.11 en 6.6)
M.b.t. Quarantaine ruimten
De niet-bedrijfsmatige houder van vogels hoeft niet te voldoen aan de in het “Besluit houders van dieren” geëiste drie afzonderlijke ruimten voor het huisvesten en verzorgen van zieke vogels (art. 3.13)
M.b.t. Informatieverstrekking
Bij verkoop van een vogel hoeft de niet-bedrijfsmatige verkoper van vogels geen schriftelijke informatie te verstrekken, zoals deze geëist wordt in artikel 3.17 en 3.18.
TENSLOTTE
Mocht u, om wat voor reden ook, een schriftelijke waarschuwing krijgen van een inspecteur die belast is met de handhaving van het “Besluit houders van dieren” en hulp willen bij een eventueel vervolgtraject, neem dan via het Bondsbureau NBvV contact op met de Commissie Dierenwelzijn en Wetgeving NBvV.
vogelverkoop_hobby_of_bedrijf.pdf | |
File Size: | 95 kb |
File Type: |
Jan van Overmeeren Een tijdje geleden(19-01-2018) heb ik een verhaal, althans een poging daartoe gedaan, om een verhaal te dichten over de voedingswaarde van zaadmengelingen. Gekiemd zaad (zie artikel onder aan deze pagina). Vandaag heb ik een toevoeging erbij gedaan. |
Referenties: Boekje; Voeding en gezondheid van Europese vogels en verwante soorten. Uitgave SEC. Internet. Eigen inzicht en ervaring. |
VOEDINGSWAARDE ZAADMENGELINGEN
Waarom dit verhaal?
Wel omdat we met cultuurvogels bezig zijn. Het zit al verscholen in de naam BEC (Belangenbehartiging Europese Cultuurvogels).
Wat betekent dit?
De van oorsprong uit de natuur afkomstige vogels hebben we geleerd zich aan te passen aan de mogelijkheden van onze cultuur.
De zaadeters in het algemeen en in mijn geval de putters in het bijzonder hebben geleerd zaadmengelingen te eten.
Zaadmengelingen die met inzicht en ervaring zijn samengesteld.
Een heel belangrijk onderdeel van deze mengelingen zijn de eiwitten. Al snel hebben we geleerd, dat de plantaardige eiwitten niet compleet zijn. Hiervoor geven we ook nog dierlijke eiwitten in de vorm van eivoer.
Naar mijn mening is dit bijna voldoende. Voeg nog vitamines en mineralen toe b.v. aan het eivoer. En ik geloof, dat de voeding dan compleet is.
De tijd zoals Karel Sabel zijn Natur gemäsze Finkenzucht bedreef is denk ik voorbij. Voor de niet insiders Karel Sabel een Duitse kweker had een natuurlijke biotoop van 3x10 meter voor een koppeltje putters. Hierin vonden de vogels bijna alles. Met de zaadmengelingen werd een beetje bijgevoerd.
Mijn vogels krijgen s’morgens een zaadmengeling en s’middags eivoer. Het hele jaar door. Ik voer gedoceerd.
Door het eivoer doe ik breedmax ter aanvulling van de vitamines en mineralen. Richting kweek wordt nog roerei toegevoegd.
De bedoeling is de voedingswaarde van de zaadmengelingen te berekenen. Hierdoor kan het eerder vermeld inzicht en ervaring van de mengeling verder uitgediept worden.
De voedingswaarde eigenlijk de energiewaarde van de zaadmengelingen is een belangrijk onderdeel van het vogelgebeuren. In boven vermeld boekje wordt dieper op dit item ingegaan.
Mijn bedoeling is om van enkele gangbare (putter) zaadmengelingen de belangrijkste voedingsstoffen te berekenen. Hierbij denk ik aan eiwit, vet en koolhydraten.
Vooropgesteld kan worden, dat de benodigde exacte voedingsbehoefte voor de putters mij niet bekend is. Laat zwijgen over de overige zaadeters.
Hierin zal zeker variatie ontstaan indien de vogels verschillend gehuisvest zijn. Bijvoorbeeld een ruime volière in vergelijking met kleinere broedhokken.
De omgevingstemperatuur speelt ook een rol. De manier van voeren is zeker ook niet onbelangrijk. Denk aan gedoceerd voeren of niet. De hoeveelheid voerplaatsen etc. etc.
Ik denk dat de tekst van een e-mail, die de Hr. Koenings mij heeft toegestuurd aardig de situatie weergeeft. Het relevante gedeelte van het bericht wordt hierna weergegeven.
Ongeveer 15 jaar geleden zijn we gestart met de speciale mengelingen voor Europese vogels.
Destijds zijn we niet uitgegaan van de voedingswaarde van de zaadmengelingen maar puur vanuit de ervaringen van tientallen ervaren kwekers.
Deze ervaringen deden we vooral op bij de TT’s van o.a. BEC en SEC. en nog andere TT’s en natuurlijk in onze winkel. De op- en aanmerkingen hebben we altijd zeer serieus genomen en indien, volgens meerdere kenners nodig, de mengelingen ook aangepast. Bovendien vraag ik me nog steeds af of er een exacte voedingswaarde te bepalen is voor dieren waarvan niet proefondervindelijk is aangetoond wat die moet zijn.
Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld pluimvee, waar een min of meer dezelfde huisvesting voor wordt aangehouden vooral binnen, soms ook buiten. Bovendien zijn de zaadsoorten die niet altijd uit dezelfde streek komen en daardoor per dezelfde soort kunnen verschillen van voedingswaarde. Bij benadering de gewenste voedingswaarde vaststellen die het soort vogel nodig heeft is voor mij wel aannemelijk.
Wat heb ik nu praktisch gedaan?
Ik heb enkele gerenommeerde leveranciers aangaande (putter)zaadmengelingen aangeschreven.
Te weten:
Vogelhal de Nachtegaal. Een voor de zuiderlingen bekende zaadleverancier.
Hier is gekeken naar 3 zaadmengelingen.
1 Goudvink – sijs – putter.
2 Sijs en distelvink extra.
3 Distelvink superieur.
Jan Koenings. Alom bekend zeker in het midden van het land. Van deze leverancier zijn twee mengelingen bekeken.
1 Putter – Sijs 1
2 Putter – Sijs 2
Als derde is de Europese cultuurvogel shop “De vogelwinkel” benaderd. Deze laatste weigert medewerking in deze. Het is me onduidelijk waarom.
Als een soort referentie is een volièrezaad van Versele Lago meegenomen.
Het ligt niet in mijn bedoeling diverse zaadmengelingen wereldkundig te maken. Waar het mij om gaat is iets meer inzicht resp. gevoel voor de voedingswaarde van de zaadmengelingen te krijgen.
Alvorens over te gaan naar de berekende resp. verkregen waardes iets over de voedingsstoffen zelf. Voor uitgebreide info zie bovenstaand vermeld boekje.
Koolhydraten
Koolhydraten, hiertoe worden ook zetmeel en suiker gerekend, zijn energie leveranciers. Koolhydraten hebben een vergelijkbare energiewaarden als eiwitten.
Het teveel aan koolhydraten wordt in de lever omgezet tot lichaamsvet. Een soort energie reserve. Koolhydraten worden gezien als basismiddel voor de vogels. Ze komen veelal voor in zaden en granen.
Eiwitten
De eiwitten hebben een belangrijke functie in de opbouw van lichaamscellen en kunnen niet door andere voedingsstoffen vervangen worden. De hoofdfunctie van eiwitten is het opbouwen en onderhouden resp. vernieuwen van het vogellichaam inclusief veren en organen. Gebrek aan eiwitten is een hoofdreden waarom vogels ziek worden. Heel belangrijk dus. Let wel een teveel aan eiwitten kan echter jicht veroorzaken.
Vetten
Vetten hebben een energiewaarde twee maal zo hoog als koolhydraten en eiwitten. Vetten kunnen we zien als de brandstof van het lichaam. Men onderscheidt plantaardige alsook dierlijke vetten. Het teveel aan vetten, het overtollige vet wordt als reserve opgeslagen.
Dit gebeurt meestal in onderhuids bindweefsel, rondom de organen.
Wel omdat we met cultuurvogels bezig zijn. Het zit al verscholen in de naam BEC (Belangenbehartiging Europese Cultuurvogels).
Wat betekent dit?
De van oorsprong uit de natuur afkomstige vogels hebben we geleerd zich aan te passen aan de mogelijkheden van onze cultuur.
De zaadeters in het algemeen en in mijn geval de putters in het bijzonder hebben geleerd zaadmengelingen te eten.
Zaadmengelingen die met inzicht en ervaring zijn samengesteld.
Een heel belangrijk onderdeel van deze mengelingen zijn de eiwitten. Al snel hebben we geleerd, dat de plantaardige eiwitten niet compleet zijn. Hiervoor geven we ook nog dierlijke eiwitten in de vorm van eivoer.
Naar mijn mening is dit bijna voldoende. Voeg nog vitamines en mineralen toe b.v. aan het eivoer. En ik geloof, dat de voeding dan compleet is.
De tijd zoals Karel Sabel zijn Natur gemäsze Finkenzucht bedreef is denk ik voorbij. Voor de niet insiders Karel Sabel een Duitse kweker had een natuurlijke biotoop van 3x10 meter voor een koppeltje putters. Hierin vonden de vogels bijna alles. Met de zaadmengelingen werd een beetje bijgevoerd.
Mijn vogels krijgen s’morgens een zaadmengeling en s’middags eivoer. Het hele jaar door. Ik voer gedoceerd.
Door het eivoer doe ik breedmax ter aanvulling van de vitamines en mineralen. Richting kweek wordt nog roerei toegevoegd.
De bedoeling is de voedingswaarde van de zaadmengelingen te berekenen. Hierdoor kan het eerder vermeld inzicht en ervaring van de mengeling verder uitgediept worden.
De voedingswaarde eigenlijk de energiewaarde van de zaadmengelingen is een belangrijk onderdeel van het vogelgebeuren. In boven vermeld boekje wordt dieper op dit item ingegaan.
Mijn bedoeling is om van enkele gangbare (putter) zaadmengelingen de belangrijkste voedingsstoffen te berekenen. Hierbij denk ik aan eiwit, vet en koolhydraten.
Vooropgesteld kan worden, dat de benodigde exacte voedingsbehoefte voor de putters mij niet bekend is. Laat zwijgen over de overige zaadeters.
Hierin zal zeker variatie ontstaan indien de vogels verschillend gehuisvest zijn. Bijvoorbeeld een ruime volière in vergelijking met kleinere broedhokken.
De omgevingstemperatuur speelt ook een rol. De manier van voeren is zeker ook niet onbelangrijk. Denk aan gedoceerd voeren of niet. De hoeveelheid voerplaatsen etc. etc.
Ik denk dat de tekst van een e-mail, die de Hr. Koenings mij heeft toegestuurd aardig de situatie weergeeft. Het relevante gedeelte van het bericht wordt hierna weergegeven.
Ongeveer 15 jaar geleden zijn we gestart met de speciale mengelingen voor Europese vogels.
Destijds zijn we niet uitgegaan van de voedingswaarde van de zaadmengelingen maar puur vanuit de ervaringen van tientallen ervaren kwekers.
Deze ervaringen deden we vooral op bij de TT’s van o.a. BEC en SEC. en nog andere TT’s en natuurlijk in onze winkel. De op- en aanmerkingen hebben we altijd zeer serieus genomen en indien, volgens meerdere kenners nodig, de mengelingen ook aangepast. Bovendien vraag ik me nog steeds af of er een exacte voedingswaarde te bepalen is voor dieren waarvan niet proefondervindelijk is aangetoond wat die moet zijn.
Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld pluimvee, waar een min of meer dezelfde huisvesting voor wordt aangehouden vooral binnen, soms ook buiten. Bovendien zijn de zaadsoorten die niet altijd uit dezelfde streek komen en daardoor per dezelfde soort kunnen verschillen van voedingswaarde. Bij benadering de gewenste voedingswaarde vaststellen die het soort vogel nodig heeft is voor mij wel aannemelijk.
Wat heb ik nu praktisch gedaan?
Ik heb enkele gerenommeerde leveranciers aangaande (putter)zaadmengelingen aangeschreven.
Te weten:
Vogelhal de Nachtegaal. Een voor de zuiderlingen bekende zaadleverancier.
Hier is gekeken naar 3 zaadmengelingen.
1 Goudvink – sijs – putter.
2 Sijs en distelvink extra.
3 Distelvink superieur.
Jan Koenings. Alom bekend zeker in het midden van het land. Van deze leverancier zijn twee mengelingen bekeken.
1 Putter – Sijs 1
2 Putter – Sijs 2
Als derde is de Europese cultuurvogel shop “De vogelwinkel” benaderd. Deze laatste weigert medewerking in deze. Het is me onduidelijk waarom.
Als een soort referentie is een volièrezaad van Versele Lago meegenomen.
Het ligt niet in mijn bedoeling diverse zaadmengelingen wereldkundig te maken. Waar het mij om gaat is iets meer inzicht resp. gevoel voor de voedingswaarde van de zaadmengelingen te krijgen.
Alvorens over te gaan naar de berekende resp. verkregen waardes iets over de voedingsstoffen zelf. Voor uitgebreide info zie bovenstaand vermeld boekje.
Koolhydraten
Koolhydraten, hiertoe worden ook zetmeel en suiker gerekend, zijn energie leveranciers. Koolhydraten hebben een vergelijkbare energiewaarden als eiwitten.
Het teveel aan koolhydraten wordt in de lever omgezet tot lichaamsvet. Een soort energie reserve. Koolhydraten worden gezien als basismiddel voor de vogels. Ze komen veelal voor in zaden en granen.
Eiwitten
De eiwitten hebben een belangrijke functie in de opbouw van lichaamscellen en kunnen niet door andere voedingsstoffen vervangen worden. De hoofdfunctie van eiwitten is het opbouwen en onderhouden resp. vernieuwen van het vogellichaam inclusief veren en organen. Gebrek aan eiwitten is een hoofdreden waarom vogels ziek worden. Heel belangrijk dus. Let wel een teveel aan eiwitten kan echter jicht veroorzaken.
Vetten
Vetten hebben een energiewaarde twee maal zo hoog als koolhydraten en eiwitten. Vetten kunnen we zien als de brandstof van het lichaam. Men onderscheidt plantaardige alsook dierlijke vetten. Het teveel aan vetten, het overtollige vet wordt als reserve opgeslagen.
Dit gebeurt meestal in onderhuids bindweefsel, rondom de organen.
Resultaten voedingswaarde
Zaadmengelingen |
Eiwit |
Vet |
Koolhydraten |
Goudvink-Sijs-Putter |
17,8% |
19,8% |
35,4% |
Sijs distelvink extra |
18,7% |
29,0% |
27,7% |
Distelvink superieur |
19,2% |
30,9% |
23,0% |
Puttersijs nr.1 |
18.3% |
21,5% |
33,2% |
Puttersijs nr. 2 |
18,1% |
18,0% |
35,6% |
Standaard Volière |
17,4% |
21,2% |
38,0% |
Discussie
De resultaten zijn niet eenduidig en bindend. Er kan variatie per levering van de zaden zijn.
De huisvesting en ook het voederprincipe van de vogels is ook belangrijk. Iemand die problemen heeft met zijn gevleugelde vriendjes moet daar rekening mee houden. Meestal is door de liefdevolle verzorging te vette vogels een probleem.
Bovenstaande resultaten kunnen dan een vingerwijzing zijn. Bij andere zaadmengelingen kan aan de hand van de gegevens uit bovenstaand genoemd boekje de voedingswaarde worden berekend. De zaadsamenstelling moet dan wel bekend zijn.
Toevoeging d.d.20-03-2018
De noodzaak van eiwit mag niet onderkend worden. Zeker de diversiteit van de hierin voorkomende aminozuren. Simpelweg kan men stellen, dat de diverse zaadjes van de samenstelling een ander aminozuur huisvesten.
Alle voorkomende aminozuren zitten b.v. in Allround proteïne, dat is een poeder dat sommige sporters gebruiken.
Hiervan doe ik, de laatste jaren, een schep in het eivoer, hetgeen ik dagelijks verstrek.
De resultaten zijn niet eenduidig en bindend. Er kan variatie per levering van de zaden zijn.
De huisvesting en ook het voederprincipe van de vogels is ook belangrijk. Iemand die problemen heeft met zijn gevleugelde vriendjes moet daar rekening mee houden. Meestal is door de liefdevolle verzorging te vette vogels een probleem.
Bovenstaande resultaten kunnen dan een vingerwijzing zijn. Bij andere zaadmengelingen kan aan de hand van de gegevens uit bovenstaand genoemd boekje de voedingswaarde worden berekend. De zaadsamenstelling moet dan wel bekend zijn.
Toevoeging d.d.20-03-2018
De noodzaak van eiwit mag niet onderkend worden. Zeker de diversiteit van de hierin voorkomende aminozuren. Simpelweg kan men stellen, dat de diverse zaadjes van de samenstelling een ander aminozuur huisvesten.
Alle voorkomende aminozuren zitten b.v. in Allround proteïne, dat is een poeder dat sommige sporters gebruiken.
Hiervan doe ik, de laatste jaren, een schep in het eivoer, hetgeen ik dagelijks verstrek.
Omdat we het zondag over de zaadjes hebben is dit mogelijk iets. Zie maar!
Groet Jan van Overmeeren |
|
Lees ook: Gekiemd zaad
- Dennis Op Den Camp Als er nog tijd is kunnen we het er zeker over hebben.
- Vdb Jan Mooi onderwerp! Maar er komt zoveel meer bij kijken. Bv. onze vogels pellen hun zaad en daardoor zijn de klassieke tabellen met percentage vetten en eiwitten in zaden verkeerd. Eiwitpercentage maar nog meer vetpercentage liggen veel hoger bij gepelde zaden.
22-03-2018
- Antoine Verhoeyen Deze man heeft er alvast zin in , nog even geduld.
|
23-03-2018
27-03-2018
- Peter Maassen Sijsjes groeien goed 5stuks
|