Indien deze site wordt bekeken op een tablet of mobiele telefoon klik dan op de web versie beneden aan de pagina om de goede weergave te kunnen lezen
Raapzaad is een typische voorjaarsplant. De plant kan meer dan 1 m hoog worden. De plant kleurt eind maart en begin april in korte tijd veel bermen in een felle gele pracht. Ook in de periode na april kan overal bloeiend raapzaad worden aangetroffen: er is een nabloei van later opgekomen planten tot in oktober.
De plant lijkt veel op koolzaad .Het koolzaad bloeit echter iets later, en is hiervan ook te onderscheiden doordat bij het koolzaad de knoppen van de ongeopende bloemen hoger zitten dan de bloemen, terwijl bij het raapzaad de bloemen de knoppen bedekken. |
De bladeren zijn lancetvormig, borstelig behaard en stengelomvattend. De bovenste bladeren zijn stengelomvattende met een diep-hartvormige voet. De bladeren aan de voet zijn helder groen. De lancetvormige bladeren met stengelomvatting ontbreken bij koolzaad. Bij koolzaad zijn alle bladeren ook de onderste blauwgroen en hebben ten minste aan de onderzijde op de middennerf borstelharen.
De gele bloemen hebben vier kroonbladeren en vormen een bolvormige of platte kroon aan de top van de plant. De kelkbladeren staan van de kroonbladeren af. Onder de bloemtros staan een aantal lange hauwen. De hauw is 4 - 6,5 cm lang en heeft een 15 - 20 mm lange snavel. Bij koolzaad is de snavel 8 - 15 mm lang.
Gebruik
Koolzaad is een landbouwgewas dat ook verwilderd vaak wordt aangetroffen, maar raapzaad is een inheemse wilde plant, die echter ook wel gekweekt wordt, vooral in o.a. Duitsland.
Uit de zaden kan raapolie gewonnen worden. De zaden worden ook gebruikt in voedermengsels voor vogels, zoals kanaries.
De gele bloemen hebben vier kroonbladeren en vormen een bolvormige of platte kroon aan de top van de plant. De kelkbladeren staan van de kroonbladeren af. Onder de bloemtros staan een aantal lange hauwen. De hauw is 4 - 6,5 cm lang en heeft een 15 - 20 mm lange snavel. Bij koolzaad is de snavel 8 - 15 mm lang.
Gebruik
Koolzaad is een landbouwgewas dat ook verwilderd vaak wordt aangetroffen, maar raapzaad is een inheemse wilde plant, die echter ook wel gekweekt wordt, vooral in o.a. Duitsland.
Uit de zaden kan raapolie gewonnen worden. De zaden worden ook gebruikt in voedermengsels voor vogels, zoals kanaries.
Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/raapzaad
RAAPZAAD (Brassica rapa) Familie: Kruisbloemen
Vindplaats Raapzaad wordt geteeld als landbouwgewas. In augustus wordt het gezaaid en tegen de winter hebben er zich rapen gevormd in de grond. Als men de rapen in de grond laat steken, dan gaat er in het voorjaar een kruid uit groeien met gele bloemen. De akker kan dan echt geel zien van de bloemen, het gonst er dan van de bijen. Raapzaad kan ook in het wild voorkomen op storten, braakliggende grond en bermen. Uitzicht De plant kan variëren in grootte van 25 – 70 cm. De onderste bladeren zijn fel ingetand, terwijl de bovenste de stengel omvatten; deze zijn ook meer langwerpig en niet ingetand. De bloemen zijn geel en, eenmaal uitgebloeid, vormen er zich peulvruchten, waarin de zwartbruine zaden tot rijping komen. Bloeitijd Mei tot augustus. |
Oogst
Het heeft alleen zin om de uitgebloeide planten te verzamelen, de peulvruchten moeten reeds volgroeid zijn. De zaden zijn dan halfrijp en een lekkernij voor heel wat vogelsoorten.
Welke vogels?
Kneuters, fraters, groenvinken, cini’s, edelzangers, distelvinken, goudvinken, sijzen, vinken, kepen, kanaries, roodmussen, haakbekken, parkieten, hoenderachtigen en duiven.
Bijzonderheden
Het beste is om raapzaad zonder stengels en bladeren te voeren, want de vogels zijn verlekkerd op het bladgroen en de ervaring heeft mij geleerd dat ze er wel eens darmstoornissen van kunnen krijgen.
Het heeft alleen zin om de uitgebloeide planten te verzamelen, de peulvruchten moeten reeds volgroeid zijn. De zaden zijn dan halfrijp en een lekkernij voor heel wat vogelsoorten.
Welke vogels?
Kneuters, fraters, groenvinken, cini’s, edelzangers, distelvinken, goudvinken, sijzen, vinken, kepen, kanaries, roodmussen, haakbekken, parkieten, hoenderachtigen en duiven.
Bijzonderheden
Het beste is om raapzaad zonder stengels en bladeren te voeren, want de vogels zijn verlekkerd op het bladgroen en de ervaring heeft mij geleerd dat ze er wel eens darmstoornissen van kunnen krijgen.
Bron:“Onkruiden” door Alois van Mingeroet
2017
31-05-2017
- Math Schreurs Effe wat kleurstof gehaald voor de maskers van de putters
|
|